Voormalige jongensschool aan de A. Verherentstraat (H16)

Adres: A. Verherentstraat 1, 1961 GD Heemskerk
Kadastraal: D 9430

Inleiding

Aan de zuidwestzijde van de Anthonie Verherentstraat gelegen voormalige ROOMS-KATHOLIEKE JONGENSSCHOOL uit 1918 genaamd "St. Josephschool". De achtklassige school werd gelijktijdig met de naastgelegen en inmiddels gesloopte hoofdonderwijzerswoning gebouwd naar ontwerp van de Haarlemse architect en leraar middelbaar onderwijs Willem Robbers (Leeghwaterstraat 19). Het gebouw is opgetrokken in de stijl van het rationalisme met zowel invloeden van de nieuw-historiserende stijl (o.a. kruisvensters met roedenramen) als van het werk van architect K.P.C. de Bazel. Zo paste De Bazel eerder vergelijkbare geometrische metselpatronen toe onder de vensters van het kantoor van de Nederlandse Heidemaatschappij in Arnhem (1912-1914). In maart 1918 kreeg Robbers de opdracht van het R.K. Parochiaal Kerkbestuur van den H. Laurentius om een tekening en bestek te maken vooreen jongensschool met onderwijzerswoning.1 De keuze voor Robbers lag voor de hand: het jaar ervoor had hij in opdracht van het kerkbestuur de dokterswoning Kerklaan 11 ontworpen en bovendien had hij ervaring met de bouw van scholen (o.a. de katholieke lagere school in Beverwijk). Op 1 mei 1918 werd de aanvraag om een bouwvergunning ingediend. De totale kosten werden begroot op ƒ 110.000,- inclusief meubilair en leermiddelen.2 Nadat de plannen door gemeentelijk bouwopzichter B. Nijman en de schoolopziener Sterck van het district Haarlem waren goedgekeurd, kon het werk op 10 mei worden aanbesteed. De aanbesteding verliep niet vlekkeloos: "Daar B. Nyman alhier de laagste inschrijver was wordt hem het werk gegund, ofschoon Heer van Deursen uit Haarlem feitelijk de laagste inschrijver was maar een minuut te laat zijn billet had ingeleverd, doordat de postbeambte één minuut over 9 het eerst bezorgde en daarom werd het afgewezen."3 Het bisdom vond echter dat het werk toch aan Van Deursen gegund moest worden, omdat er geen sprake was van fraude (dit bleek uit het tijdstip van verzending van zijn inschrijvingsbiljet) en Nijman maar liefst ƒ 4000,- duurder was dan Van Deursen. Na overleg tussen de architect, aannemer B. Nijman en de vicaris-generaal, bepaalde de laatste dat aan Nijman ter compensatie ƒ 500,- moest worden uitbetaald, waarna deze bereid was af te zien van het werk. Het schilder-, glas- en behangwerk werd afzonderlijk aanbesteed. Nadat de aanbesteding hiervan op 10 mei was aangehouden, volgde vier dagen later een nieuwe inschrijving tussen de Beverwijker schilders Poncin en De Wolf. Laatstgenoemde bleek de laagste inschrijver, waarna hem het werk gegund werd voor ƒ 4033,-. In het bestek werd bepaald dat de aannemer direct na de gunning met het werk zou beginnen en "dit met zoodanige kracht voortzetten dat de gebouwen met aanhoorigheden den 1sten December 1918 geheel opgeleverd werden".4 Voor eventuele onderaannemers kwamen alleen rooms-katholieken in aanmerking, tenzij de aannemer kon aantonen dat er geen goede katholieke onderaannemers te vinden waren of deze te duur waren.5 Op 31 december 1918 werd de school ingewijd door deken A. Waare van Beverwijk.6 Na ruim vijftig jaar heeft de Josephschool in 1970 het oude schoolgebouw verlaten. Sinds 1971 is het gebouw in gebruik als jongerencentrum Donkey Shot. Daarnaast zijn er thans (2001) de Stichting Popwerk IJmond en het Jongeren Informatie Punt gehuisvest. De vensters waren oorspronkelijk voorzien van roedenramen7; deze zijn enkelruits vernieuwd met behoud van de originele kozijnen. N.B. De moderne laagbouwen tegen de linkerzij- en achtergevel maken geen deel uit van de bescherming.

Omschrijving

Op nagenoeg rechthoekig (circa 27,5 m breed en 16,5 m diep) grondplan gebouwde school van twee bouwlagen onder een samengesteld dak bestaande uit twee niet al te steile evenwijdige schilddaken waartussen een plat dak en, aan de voorzijde, een zadeldak. De schuine dakvlakken hebben een dekking van rode pannen (oorspronkelijk tuiles du Nord, nu verbeterde Hollandse pannen). In het midden van het gebouw bevindt zich een kleine binnenplaats op rechthoekig grondplan. De muren rond de binnenplaats zijn evenals de buitengevels uitgevoerd als spouwmuur en opgetrokken in rode genuanceerde machinale waalsteen in kruisverband met snijvoeg. Het platvol gevoegde trasraam wordt ter hoogte van de lekdorpels van de parterrevensters afgesloten door een omgaande rollaag.8 Bovenaan worden de gevels beëindigd door een lijstgoot waaronder uitkragend metselwerk in de vorm van drie platte muizentanden.
De voorgevel (NO) kent een symmetrische opzet met een breed middendeel dat enigszins terugligt en minder hoog is opgetrokken dan de flankerende hoekrisalieten. De rechter hoekrisaliet telt op beide bouwlagen drie grote kruisvensters. In de oorspronkelijk identieke linker hoekrisaliet markeren terugliggende dichtzettingen de plaats van de kruisvensters. Het middendeel heeft centraal een (vernieuwde) dubbele deur met tweedelig bovenlicht en op de verdieping een venster met middenstijl. Links en rechts van de middenas telt het middendeel twee vensterassen met op de parterre een hoog venster met bovenlicht en op de verdieping een lager venster (de vensters zijn half zo breed als de kruisvensters). De via een hardstenen stoep bereikbare voordeur wordt geaccentueerd door flankerende pilasters die een zware hardstenen latei dragen in de vorm van een kroonlijst met gestileerde kapitelen. Op de kroonlijst rusten lisenen ter weerszijden van het verdiepingsvenster. Onder laatstgenoemd venster bevindt zich een tegeltableau met de naam "ST-JOSEPH / SCHOOL" in zalmkleurige letters tegen een lichter fond omgeven door een zalmkleurige golfrand waartussen paarsgewijs aangebrachte zwarte puntjes. Onder alle overige verdiepingsvensters in de voorgevel is geometrisch siermetselwerk aangebracht in de vorm van een staande rechthoek waarin en waarnaast verdiepte verticale lijnen. Het dakvlak boven het middendeel telt drie dakkapellen met uitwaaierende kroonlijst en plat dak.
In de linker helft van de rechterzijgevel (NW) bevinden zich op beide bouwlagen drie bovenlichten met middenstijl. De rechter gevelhelft heeft op beide bouwlagen drie grote kruisvensters. In het midden van de gevel bevindt zich boven zowel de parterre- als verdiepingsvloer een gietijzeren ventilatierooster. Rechts zijn deze verdwenen, maar is de muuropening nog wel aanwezig.
De linkerzijgevel (ZO) telt op de eerste verdieping twee keer drie kruisvensters als genoemd met daartussen boven de verdiepingsvloer twee ventilatieopeningen (de parterrevensters zijn dichtgezet).
In het linker gedeelte van de achtergevel (ZW) bevinden zich op beide bouwlagen drie bovenlichten met middenstijl. Het rechter gedeelte van de achtergevel is blind. Het lagere en enigszins terugliggende middendeel van de achtergevel heeft een middenrisaliet waarin twee grote kruisvensters en twee verdiepingsvensters met middenstijl. In het smalle muurvlak links van de middenrisaliet bevindt zich een verdiepingsvenster als laatstgenoemd en op de parterre een deurkozijn met tweedelig bovenlicht (de deur is vernieuwd). Boven de moderne aanbouw (niet beschermd) tegen het smalle muurvlak rechts van de risaliet is een strek zichtbaar (het verdiepingsvenster is gewijzigd in een nooddeur).
Van de vier gevels rond de rechthoekige binnenplaats is de noordoostgevel blind (de deur is naderhand aangebracht). In de tegenoverliggende zuidwestgevel bevindt zich links een deuropening (deur vernieuwd) en ter hoogte van de eerste verdieping een drietal glas-in-loodramen met abstract glas in lood: rondom geel kathedraalglas waarbinnen en middenvlak van blank glas omgeven door een getrapte rand van lila, paars, blauw en lichtgroen glas. De twee langsgevels van de binnenplaats zijn op beide bouwlagen voorzien van zes kleine (toilet)vensters waarin afwaterende jaloezieën en, bij de parterrevensters, ook een onderraam. Het voorste venster in de rechter langsgevel (ZO) is zowel op de parterre als de verdieping breder en uitgevoerd als kruisvenster.

Het verbouwde interieur verkeert nog gedeeltelijk in de oorspronkelijke staat en bevat onder meer op beide bouwlagen een ruime U-vormige gang voorzien van een beige tegellambrisering met een zwarte onderrand en bovenin een bruine tegelrand tussen dunnere zwarte randen. De benedengang heeft een vloer met een omgaande buitenrand van grijze tegels, vervolgens een rand van zalmkleurige tegels en daarbinnen een fond van grijze tegels met afgeschuinde hoeken en daartussen kleinere bruinrode tegeltjes. De gang op de verdieping heeft evenals de voormalige klaslokalen een houten vloer (de originele plafonds worden door moderne verlaagde plafonds aan het oog onttrokken). Achter het ganggedeelte middenvoor op de begane grond bevindt zich een houten bordestrap met twee bordessen en een nog gedeeltelijk aanwezige trapleuning bestaande uit afwisselend vierkante en rechthoekige latten, en een handlijst die bovenaan eindigt tegen een hoge vierkante trappaal met een getrapt geprofileerde top. Zowel de trappaal als de vierkante latten zijn verfraaid met twee keer drie horizontale groeven, de rechthoekige latten met twee paar dito groeven. Langs de trap zet de tegellambrisering zich trapsgewijs voort. Op de eerste verdieping opent zowel het linker als het rechter gedeelte van de gang met een grote rondboogdoorgang naar het aan de voorgevel grenzende ganggedeelte middenvoor. De oorspronkelijke deuren zijn nog gedeeltelijk aanwezig en merendeels uitgevoerd als een paneeldeur met twee onderpanelen en daarboven een (door modern plaatmateriaal aan het oog onttrokken) negen- of zesruits raam. De onderste twee ruitjes in de zesruits ramen van de wc-deuren zijn beglaasd met ondoorzichtig glas. De deurkozijnen hebben verhoogde stijlen en een bovendorpel met een getrapt geprofileerde onderrand. De vensterbanken zijn uitgevoerd in zwartgepolijst hardsteen. De kamer middenachter op de parterre (oorspronkelijk waren dit twee kamers: links de kamer voor het schoolhoofd en rechts een spreekkamer) heeft een kastenwand met paneeldeuren. Bovenaan de muur tussen de twee kamers middenachter op de verdieping (links de voormalige onderwijzerskamer, rechts de kamer voor de leermiddelen) is in de aan de achtergevel grenzende hoek nog het uitgemetselde rookkanaal aanwezig waar de pijp van de kachels in beide vertrekken op aansloot. Ook in de bovenhoeken van enkele klaslokalen zijn deze nog aanwezig. De alleen met een ladder bereikbare zolder bestaat uit een ongedeelde ruimte en is voorzien van een met brede delen beschoten gordingenkap.

Waardering

De voormalige St. Josephschool is van algemeen belang wegens architectuur- en cultuurhistorische waarde als in hoofdvorm gaaf bewaard gebleven katholieke jongensschool uit het eerste kwart van de twintigste eeuw, opgetrokken in de stijl van het rationalisme naar ontwerp van de Haarlemse architect W. Robbers. De school heeft tevens stedenbouwkundige waarde als onderdeel van een beeldbepalend katholiek gebouwencomplex bestaande uit een voormalige jongens- en meisjesschool, een tegenoverliggende kerk met pastorie, en een voormalig klooster naast de kerk.